Rond 1940 begon Hollandia T zich op voetbalgebied steeds meer te ontwikkelen. Er kwamen grote gezinnen die sportminded waren, zoals het gezin van Jaap Blokdijk sr. in Tuitjenhorn, Jaap Buter sr. uit Kerkbuurt en die van Gert Kruijer uit Kalverdijk. De oorlog gooide echter inktzwarte roet door het eten. Tijdens de oorlog stond alles op een laag pitje. De fietsen werden ingepikt en de Duitsers namen ook spullen van de club mee. De vrachtwagen van Glas werd ingevorderd en veel voetballers moesten onderduiken.
De Duitsers lagen ingekwartierd bij de boerderij van Suiker aan het eind van de Dorpsstraat. Veel gevoetbald werd er niet meer. Maar als de bezetters ongestoord een potje wilden voetballen, werd iedereen van het terrein gestuurd. Het was echter niet zo erg als bij VIOS-W in Warmenhuizen. Daar scheerde tijdens een wedstrijd in 1941 een Spitfire van de RAF vanuit Schoorl in duikvlucht over het veld. Bij café Stevens aan de Ambachtsdijk werd Duits afweergeschut onder vuur genomen. De kogels floten over het voetbalveld en iedereen moest rennen voor zijn leven.
Inmiddels had voorzitter Huib Tiebie zijn intrede genomen in café ‘Landmans Welvaren’ in Kalverdijk. Ook kwamen daar voetballers van Hollandia T. Zij moesten onderduiken en gingen weleens stiekem een potje kaarten bij Tiebie. Laatstgenoemde liet dan iemand rondsmoezen dat er een razzia op komst was. Vervolgens vlogen 3 onderduikers het land in en verstopten zich tussen het rietgewas. Huib Tiebe kon echter accentloos Duits praten en schalde: “Achtung! Stehen bleiben, Schweinhunden!”. Dan hoorde je ineens vanachter het riet 3 grote plonsen. De onderduikers sprongen tot hilariteit van Tiebie in blinde angst het Kromwater in… Zo kwam men met (voetbal)humor de oorlog door.
In 1942 werd het 10-jarig bestaan van Hollandia T in het Patronaatgebouw (later AHOJ) aan de Dorpsstraat gevierd. Henk ‘Abe’ Blokdijk: “Ik weet nog goed dat we in het ‘zundagse’ pak op de foto moesten. Ook werd er een broodmaaltijd aangeboden. Alleen… moesten we zelf brood meenemen van huis. De toen 18-jarige Jo Buter had al gevoetbald voor het 1e elftal van de groenzwarten. In 1943 werd hij echter samen met Simon Kuilboer door de nazi’s weggevoerd en tewerkgesteld in Duitsland. Kok Simon Kuilboer wist later nog: “Jo had zwaar werk en ontsnapte. Als er hoge officieren aankwamen groetten we met: “Hij liegt ‘t!”. Dat klonk hetzelfde als “Heil Hitler!”, dat hadden ze toch niet door. De Duitsers snauwden destijds: “Wo ist der ‘Boeter’ gebleben?”. Maar ze hadden ‘m helaas gauw te pakken.”
Jo Buter kreeg 6 weken concentratiekamp voor zijn kiezen alvorens hij terug mocht naar de Hoogovens van Braunschweig. Voetballen kon je daar niet, maar toen de oorlog in 1945 voorbij was, stond Jo Buter als linksback, samen met zijn oudere broer Henk, meteen weer in het eerste elftal van Hollandia T. Daar groeide hij uit tot een icoon en maakte o.a. deel uit van de legendarische succesploeg die zowel in 1953-1954 als 1954-1955 kampioen werd. Tot op hoge leeftijd bleef hij trouw supporter van Hollandia T en wekelijks aanwezig om naar de voetbalkunsten van o.a. zijn kleinkinderen Kees v/d Berg en Johannes Buter voor het vlaggenschip van onze vereniging te kijken. Op 7 januari 2016 overleed Jo Buter op 91-jarige leeftijd na een zeer gedenkwaardig leven.
Bron: Hollandia T magazine 75-jarig bestaan, auteur Jaap Buter